Ricciarelli zijn kleine diamantvormige koekjes met afgeronde hoeken, typische voor Siëna en Toscane. Ze worden gemaakt met een amandeldeeg, suiker, eiwit, en op smaak gebracht met extra sinaasappelschillen.
De oorsprong van de koekjes gaat terug naar de adel van Toscane, en dateert waarschijnlijk zelfs terug naar verre Oosterse landen, getuige de “exotische” ingrediënten. De legende vertelt zelfs over een nobele Toscaanse ridder, Ricciardetto Della Gherardesca, die de kleine koekjes meebracht naar Toscane van een verre kruistocht. Weinig is bekend over hoe ze in Siëna zijn terecht gekomen, maar 2 grote Italiaanse bedrijven, Parenti en Sapori, bakken de koekjes al sinds 1800.
Mijn recept komt van een klooster dat beroemd is voor Ricciarelli koekjes. Hetzelfde recept werd jaren gebruikt door een oude bakker. Ricciarelli koekjes worden beschouwd als typische Kerstkoekjes, en worden als dessert gegeten bij de wijn. Ricciarelli is tevens het eerste Italiaanse koekje of zoetigheid dat het IGP (“indicazione geografica protetta” ofwel Beschermde Geografische Aanduiding) label kreeg in 2010.
Ricciarelli, een oud recept uit Siëna dat inmiddels wereldberoemd is
Siëna’s Ricciarelli, Panforte, Cavallucci, Panpepato nero… Siëna heeft wereldwijde faam vergaard voor haar Kerstzoetigheden. De Ricciarelli koekjes zijn een van de beste amandelkoekjes die je ooit geproefd hebt. Hier lees je hoe je ze zelf kan maken. Het is niet heel moeilijk, maar hou het recept bij de hand aangezien er verschillende stappen zijn.
Ingrediënten voor 1 kg Ricciarelli koekjes:
A.
- 300 gram kristalsuiker,
- 400 gram gepelde en gedroogde amandelen (ik voeg zelf ook bittere amandelen toe voor een intensere en speciale smaak, je kan ook een aantal abrikozenpitten toevoegen maar overdrijf hier niet mee want ze zijn giftig)
- 50 gram bloem
- 15 gram sinaasappelschil
B.
- 20 gram poedersuiker
- 20 gram bloem
- 1/2 theelepel bakpoeder
C.
- 47 gram kristalsuiker
- 14 gram water
D.
- 20 gram vanillesuiker
- eiwit van 1 ei
Bereiding:
Voeg de ingrediënten van A. toe in een mixer. Vermaal de amandelen, suiker en bloem, en meng het geheel tot je een redelijk homogeen mengsel krijgt. Mix en meng geleidelijk aan, om te vermijden dat de amandelen hun olie verliezen. Voeg daarna de sinaasappelschil toe.
Maak ondertussen van de ingrediënten van C. een warme stroperige siroop. Voeg de suiker bij het water en laat het geheel opwarmen op een laag vuurtje, tot de suiker geheel gesmolten is.
Doe de vermaalde amandelen in een kom en voeg de suikersiroop al knedend toe (verbrand je niet!) om suikerklonten te vermijden. Voeg de ingrediënten van B. toe, kneed het geheel verder met natte handen, en bedek het geheel uiteindelijk 12 uur.
Voeg de ingrediënten van D. (de vanillesuiker en het eiwit) toe aan het deeg, kneed het geheel nogmaals, en maak een worst van ongeveer 6 cm diameter. Snij deze in plakjes van 1cm, en vorm de plakjes naar de echte Ricciarelli koekjes (ruitvormig met afgeronde hoeken). Leg ze op een met bakpapier bedekte bakplaat en bestrooi ze rijkelijk met bloem en poedersuiker. Bak de koekjes op 180°C voor ongeveer 10 minutes. Let erop dat Riacciarelli koekjes wit moeten blijven!
Ricciarelli koekjes kunnen enkele dagen bewaard worden, maar vers zijn ze het beste aangezien ze na verloop van tijd uitdrogen.
Door Tamara van Un Pezzo Della Mia Maremma